De wereld om mij heen is er één in lagen, Sommige zie ik en andere niet. Ik ben me er zeer van bewust dat er lagen zijn die ik niet zie, of nog niet zie. Dit is een belangrijk element, weergeven wat er niet is. Hoe maak ik het onzichtbare zichtbaar en de zoektocht daarnaar.
Ik zie mijzelf als een dromer en sta graag in het licht en niet in het donker. Mijn rugzak word langzaam gevuld met mijn leven en herinneringen. Deze weergeven is een uitdaging. Welk verhaal wil ik vertellen, hoe kan ik de kijker in mijn wereld trekken? Hoe gebruik ik mijn middelen om hem of haar een kant op te duwen? Welke techniek gebruik ik om mijn beeld te maken? Wat wil ik dat de kijker ziet.
Als kunstenaar kan ik mij bewust ertoe zetten dat toevalligheden ontstaan: ruimte creëren voor het onverwachte. Dat maakt het in mijn ogen spannender en opent vele mogelijkheden. Want als we niets aan het toeval willen overlaten, levert dat minder op, alleen het voorspelbare.
Voor kunstenaars is het vaak een vanzelfsprekende werkwijze om toeval toe te laten, want het heeft met creëren te maken. Ook is er veel ruimte voor experimenteren, kijken, onderzoeken en beelden langzaam laten ontstaan.
Wat ik wel probeer te doen is trouw te blijven aan de vormen of kleurvlakken die ontstaan. Ik probeer deze te verdiepen, accentueren, koppelen aan de kleur ernaast. Deze vormen gaan met mij aan de haal en brengen allerlei associaties op gang. Ik kan daar in ieder geval niet veel aan doen. En meestal ontstaat er voor mij een duidelijk beeld. Ongelukjes krijgen hierdoor betekenis en vaak is er een verassing in het beeld dat ontstaat, een kleur of vorm, waar je niet omheen kunt. Ik probeer ook om vooral in het eerste deel van het proces niet met een vooropgezet plan te werken, maar elke nieuwe laag te laten bepalen wat de volgende moet worden. En er dan ook op te vertrouwen dat het goed komt.